Bij extremaproblemen zoeken we steeds naar extreme waarden van een functie. De kleinste of de grootste waarde van een functie dus.

  • Een functie van de eerste graad stelt een rechte voor.
    Als deze rechte stijgend is (rico > 0) dan zal de maximale waarde in +INF liggen en de minimale waarde in -INF.
    Bij een dalende functie is dit net omgekeerd.
  • Een functie van de tweede graad stelt een parabool voor.
    Bij een bergparabool stelt de parabooltop het maximum voor.
    Bij een dalparabool stelt de parabooltop het minima voor.
    De parabooltop kunnen we op twee manieren berekenen:
    1. Formule:((-b/2a), f(-b/2a)) met f(x)= ax˛+bx+c
    2. De afgeleide nemen van de functie en deze gelijk aan nul stellen.

Bij oefeningen waar extreme waarden dienen gezocht te worden is het dus de bedoeling om een functievoorschrift op te stellen waar we dan de maximale, of minimale waarden van moeten zoeken.